behoren tot (v) (aardrijkskunde) | figurer au nombre de (v) (aardrijkskunde) |
behoren tot (v) (belangrijkheid) | classer parmi (v) (belangrijkheid) |
behoren tot (v) (belangrijkheid) | appartenir à (v) (belangrijkheid) |
behoren tot (v) (aardrijkskunde) | faire partie de (v) (aardrijkskunde) |
behoren tot (v) (belangrijkheid) | être regardé comme (v) (belangrijkheid) |
behoren tot (v) (aardrijkskunde) | mettre au nombre de (v) (aardrijkskunde) |
behoren tot (v) (belangrijkheid) | compter parmi (v) (belangrijkheid) |
behoren tot (v) (aardrijkskunde) | se classer parmi (v) (aardrijkskunde) |
behoren tot (v) (aardrijkskunde) | classer parmi (v) (aardrijkskunde) |
behoren tot (v) (aardrijkskunde) | être regardé comme (v) (aardrijkskunde) |
behoren tot (v) (belangrijkheid) | figurer au nombre de (v) (belangrijkheid) |
behoren tot (v) (belangrijkheid) | faire partie de (v) (belangrijkheid) |
behoren tot (v) (belangrijkheid) | se classer parmi (v) (belangrijkheid) |
behoren tot (v) (aardrijkskunde) | compter parmi (v) (aardrijkskunde) |
behoren tot (v) (aardrijkskunde) | appartenir à (v) (aardrijkskunde) |
behoren tot (v) (belangrijkheid) | mettre au nombre de (v) (belangrijkheid) |